Pascale Criton
Pascale Criton (1954) begon haar loopbaan als klarinettist, maar concentreerde
zich al snel op compositie. Na lessen van Claude Laloum (bij wie zij ook
etno-musicologie studeerde), Ivan
Wyschnegradsky, Michel Puig, Gérard Grisey en Jean-Etienne Marie en
cursussen aan het CLFM te Nice en in Darmstadt, verdiepte zij zich aan het
IRCAM in de digitale synthese-technieken.
Van Wyschnegradsky erfde zij de fascinatie voor het ideaal van het 'continuum
sonore' waarin alle denkbare toonhoogtes besloten liggen. Vanaf 1982 heeft zij
zich gewijd aan het componeren met diverse microtonale systemen, met name voor
instrumenten met speciale stemmingen, zoals de 1/16-toonspiano van Julián Carrillo.
"La Ritournelle et le Galop schreef ik als een hommage aan de grote
Franse filosoof Gilles Deleuze, die in 1995 overleed. In een van zijn beste
publikaties ontwikkelde hij het concept van de 'ritournelle' (steeds
terugkerende melodie) en de 'deterritorialisatie'. In mijn compositie worden
'la ritournelle' - een uit harmonische boventonen bestaande melodische lijn -
en 'le galop' - een krachtig en ritmisch instrumentaal spel - geleid langs de
lijn van deterritorialisatie.
In dit stuk heb ik geprobeerd onzichtbare drempels te naderen. De gitaar,
gestemd volgens het 1/16-toonssysteem (Didier Aschour ontwikkelde voor
de gitaar een systeem met verschuifbare frets), brengt een overvloed van
harmonische mogelijkheden aan het licht en is in staat om micro-variaties in
timbre en toonhoogte te realiseren waardoor nieuwe mogelijkheden ontstaan voor
expressie en daarmee voor compositie voor het instrument. Mijn ervaring met het
1/16-toonssysteem heb ik opgedaan met de 1/16-toonspiano van Carrillo, waarvoor
ik sinds 1980 meerdere composities schreef. Hierdoor kon ik een
ultra-chromatische schrijfwijze uitwerken voor diverse bezettingen.
Vooral in de moderne wereld veroorzaken de toestand van ons lichaam of ons
humeur sensaties van energie en transformatie. In Entre-deux, l'éternité
is het moment vluchtig en zijn de sensaties meervoudig en fluctuerend. Om een
dergelijke staat van onophoudelijke verandering te creëren, ontwikkelde ik een
harmonisch plan, dat zich langs een eindeloze spiraal beweegt, voor drie
deelnemers: een keltische harp, een gitaar en een tape. Ik heb gekozen voor een
gitaar waarvan de stemming gedurende het stuk steeds wordt gewijzigd, naar
voorbeeld van bepaalde stukken in de Barok, waarin men experimenteerde met
verschillende speeltechnieken, gelieerd aan de harmonie. Zo verandert de ijle
klank van de harp, waarvan de stemming wel stabiel blijft, volgens het
harmonisch plan.
Op de tape, die wordt uitgestuurd over verschillende kanalen, verschijnen
plotseling 'interne variabelen' die zich van binnenuit verzetten tegen deze
harmonische spiraal. Het is de rol van de tape om een veelheid aan polen te
creëren. De live-elektronica (toegepast op de gitaar en de harp) creëert een
diepte in beweging en genereert zonder ophouden een 'entre-deux' die zich
onmerkbaar tussen de deelnemers afspeelt. Voor de tape werden resonansklanken
(gong, klokken) en opnames van een keltische harp en een 1/16-toonsgitaar
gemanipuleerd en gemixed met Sound-Designer, GRM-tools en Protools. Alle
elektronica werd gerealiseerd aan het GRM.
Bifurcation (splitsing) herneemt een idee dat ik eerder had uitgewerkt
in La forme incontournée uit 1985 (een werk voor twee piano's, waarvan
er een in het 1/6-toonssysteem gestemd is), namelijk het idee van de spanning
die wordt opgeroepen door het tegenover elkaar stellen van twee verschillende
stemmingen. In Bifurcation is de Carrillo-piano in 1/6-toonsstemming
als het ware voorgeprogrammeerd en geïntegreerd in het diatonische spel van de
cello en de piano. Deze micro-chromatische lijn van een andere tonaliteit,
introduceert een spanning die door minuscule samentrekkingen en verwijdingen in
het verband van intervallen wordt gecreëerd, een gevoel van afwijking in de
toonhoogten. Deze veranderlijkheid genereert een latente harmonie waarin nieuwe
elementen worden gevormd, grenzen waar eventueel splitsingen kunnen plaatsvinden.
De twee stemmingen onderhouden soepele banden. Zij kruisen elkaar, beïnvloeden
elkaar en houden elkaar in evenwicht. Zij keren steeds terug, draaien rond,
splitsen zich terwijl het samenspel van harmonische verbanden voor een
breekbare spanning zorgt tussen de evolutie en involutie van een spiraal."
Websites
|