|
Quirinus van BlankenburgQuirinus van Blankenburg (±1654-1739) werd geboren in Gouda en kreeg de eerste muzieklessen van zijn vader. Hij werd al tot organist van de Remonstrantse kerk in Rotterdam benoemd toen hij nog maar 15 jaar was, en bleef tot zijn dood organist bij verschillende kerken. Daarnaast was hij carillonist, componist, keurmeester van orgels en carillons en muziektheoreticus. Hij kende Huygens en behandelde de 31-toonsstemming in Elementa Musica. Hoofdstuk 24 hiervan heeft de titel "De Wet der Nature in een Cirkel van reine groote Terssen, Die de Quinten in een aangename zweeving en te gelyk alle klanken regelmatig verdeelt, zonder die in't byzonder te stellen." Hij stelde veel belang in het 31-toonssysteem, en wees met nadruk op het feit, zoals in onderstaande tekening is aangegeven, dat de tonen ook in een gesloten cyclus van reine grote tertsen geordend kunnen worden (i.e. nagenoeg rein, het verschil is minder dan 1 cent).
Hij borduurde op Huygens' werk voort door de 31 tonen van namen te voorzien en bedacht de voortekens voor een halve chromatische verhoging ("'t klein kruis") en -verlaging ("'t klein mol"). Hiervoor stelde hij de tekens × en voor. Hij was een tegenstander van de gelijkzwevende stemming en stelde dat men hiermee de wolfskwint inruilde voor "twaalf kleine wolfjes". Er zijn weinig werken bekend van Blankenburg, een daarvan is een clavecimbel- en orgelboek met zettingen van alle psalmen.
Uitgaven van zijn werk
|